NVOG publiceert standpunt over geassisteerde voortplaning voor wensouders

De NVOG, de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, heeft een standpunt gepubliceerd over Geassisteerde voortplanting met gedoneerde gameten en gedoneerde embryo’s en draagmoederschap.

In de inleiding staat het volgende:

“In toenemende mate wordt door mensen met kinderwens gevraagd om geassisteerde voortplanting met gedoneerde gameten. Het kan hierbij gaan om een heteroseksueel paar dat gebruik maakt van donorsemen of donoreicellen vanwege afwezigheid van bruikbare gameten of vanwege (dragerschap van) een ernstige erfelijke aandoening bij een van de wensouders. Deze vorm van geassisteerde voortplanting is in brede kring geaccepteerd.

Geassisteerde voortplanting bij alleengaanden, homoseksuele paren en transgenders, evenals intrafamiliaire gameetdonatie, draagmoederschap en geassisteerde voortplanting bij mensen die met drie of vier personen een ouderrol willen vervullen in hetzelfde gezin, vindt ook plaats met gedoneerde gameten. In de praktijk zijn artsen vaak terughoudender met het aanbieden van geassisteerde voortplanting in deze situaties. Onbekendheid met de situatie en het ontbreken van evidence over het welbevinden van de betrokkenen zijn mogelijke redenen voor deze terughoudendheid.

Dit standpunt gaat over geassisteerde voortplanting die kan leiden tot ouderschap anders dan tussen een man en een vrouw met genetisch eigen kinderen. Het standpunt gaat uit van het idee dat de betekenis die ouders toekennen aan de verhouding met hun kind niet alleen bepaald wordt door de biologische of genetische band die zij met het kind hebben, maar ook een sociaal construct is. Het gaat er dus om welke betekenis toekomstige ouders toekennen aan de relatie met hun kind – in de Engelstalige literatuur wordt dit ‘doing kinship’ genoemd – hetgeen ook hun specifieke verzoek om geassisteerde voortplanting vormgeeft (1).

In dit standpunt wordt besproken op welke wijze gynaecologen wensouders kunnen begeleiden die verzoeken om geassisteerde voortplanting met gedoneerde gameten. Als eerste worden de kaders vanuit ethisch, psychologisch, medisch-antropologisch en juridisch perspectief geschetst. Daarna volgen algemene aanbevelingen die voor alle vormen van geassisteerde voortplanting met gedoneerde gameten van toepassing zijn. Tenslotte worden verschillende vormen van geassisteerde voortplanting met gedoneerde gameten besproken.
Bij elke situatie worden de volgende vragen beantwoord: Is er een indicatie voor behandeling? Is geassisteerde voortplanting bij dit verzoek verantwoord? Zo ja, aan welke randvoorwaarden en zorgvuldigheidseisen moet worden voldaan bij behandeling? Deze vragen worden waar van toepassing beantwoord vanuit medisch-technisch, ethisch, psychologisch en juridisch perspectief. De aanbevelingen die door de werkgroep gedaan worden zijn voornamelijk expertise-based omdat evidence veelal ontbreekt.

De werkgroep realiseert zich dat de onderwerpen die aan bod komen voor een deel nieuw zijn en voor een deel mogelijk controversieel. Daarom nodigt de werkgroep zorgprofessionals en andere betrokkenen uit om, bij voorkeur per mail naar de voorzitter, te reageren op dit standpunt zodat het in de nabije toekomst verder uitgewerkt kan worden en steeds aangepast kan worden aan nieuwe ontwikkelingen.”

Literatuur

(1) Carsten J. After kinship. Cambridge: University Press; 2004. p. 167.

Verder lezen (NVOG en Tweede Kamer)

NVOG publiceert standpunt over geassisteerde voortplaning voor wensouders
Schuiven naar boven