Donorconceptie

Voor vrouwen die een donor zoeken of mannen die donor willen zijn, zijn er verschillende mogelijkheden.

Eerst wat uitleg over de verschillende soorten donoren
A-donor: Dit is een donor die voor altijd onbekend zal blijven voor zowel kind als ouders. In 2004 heeft de Nederlandse wetgeving bepaalt dat er geen sperma van anonieme donoren verkregen kan worden via Nederlandse klinieken, dit omdat het kind recht heeft op afstammingsinformatie. In andere landen wordt nog wel gewerkt met sperma van anonieme donoren.

B-donor: Dit is een donor die bij een kliniek heeft gedoneerd en het kind kan dan als het 12 is meer informatie opvragen en als het 16 is zijn persoonsgegevens krijgen. Let op, alleen als het kind dit wil, niet als je dat als ouder zou willen. Geboortes ontstaan door B-donoren worden geregistreerd door de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting.
De informatie die het donorkind op 12-jarige leeftijd op kan vragen betreft een aantal basisgegevens van de donor, zoals uiterlijk, beroep, gezinssamenstelling en karaktertrekken. Vanaf 16 jaar mag een kind de persoonsgegevens opvragen, zoals voor- en achternaam, geboortedatum, adres en woonplaats. Een B-donor kan weigeren dat zijn gegevens worden verstrekt maar de Stichting bepaalt welk belang het zwaarste weegt: dat van het kind of dat van de donor. Het belang van het kind staat daarbij meestal voorop.

C-donor: Een C-donor is iemand die je zelf kent. Het is geen eenvoudig karwei om een donor te vinden; ze worden vaak in vrienden- of familiekring gevonden of via oproepjes op internet. Er zijn allerlei motivaties voor mannen om donor te worden. Eén van de meest voorkomende redenen is dat de donor een ander willen helpen. Ook de ‘wens’ om zich voort te planten kan meespelen.

Welke vormen van C-donorschap zijn er mogelijk?
Omdat je bij een C-donor zelf contact hebt met elkaar, kun je van alles afspreken waar jullie je allebei prettig bij voelen. Leg deze afspraken vast in een donorcontract bij een gespecialiseerde familierechtadvocaat of notaris, gebruik geen gedownload standaard formulier. Het donorcontract heeft geen juridische waarde, maar geeft wel een intentie weer en ook die vindt een rechter soms van belang. Je kunt in allerlei vormen in zee gaan met een C-donor. Hij kan op afstand zijn of veel contact hebben met het kind (dat noemen we dan vaak donor-plus) en alles daartussenin.
Hieronder een paar voorbeelden (let op, het zijn voorbeelden, geen keuze-mogelijkheden. Zorg dat jullie met elkaar goeie afspraken maken die bij jullie situatie en wensen passen):

  • De donor krijgt één keer per jaar een foto en als het kind behoefte heeft aan contact, dan is dit mogelijk, dus ook vóór zijn zestiende.
  • De donor ziet het kind af en toe, bij de moeder(s) thuis, het kind weet dat hij de donor is, maar het kind zegt geen ‘papa’ tegen de donor
  • Donor-plus: de donor is de vader van het kind en ziet het kind regelmatig, bijvoorbeeld één vaste dag per week of een weekend in de maand (of wat voor verdeling dan ook). De donor heeft het kind wel erkend, maar heeft geen gezag, de opvoedingsverantwoordelijkheid ligt bij de moeder(s). De donor gaat wel mee naar de muziekuitvoering, maar niet naar de 10-minutengesprekken op school. Het kind zegt papa tegen de donor-vader (verdiep je goed in de gevolgen van erkenning door de donor).

Hoe vind je een donor?
Er is een aantal manieren waarop je een C-donor kan vinden. Misschien is er iemand in je vriendenkring die hiervoor in aanmerking komt of heb je ooit al eens een afspraak met een (oude) vriend gemaakt. De ervaring leert dat mannen er vaak nog eens goed over na willen denken en het vaak toch lastiger vinden dan ze in eerste instantie wellicht dachten. Maar wanneer je op deze manier iemand vindt, is dat natuurlijk gemakkelijk en ook prettig. Je weet tenslotte wat je aan iemand hebt.

Op onze site kan je een oproep plaatsen als je een donor zoekt. Een andere mogelijkheid is het prikbord van bam-mam.

Waar moet je rekening mee houden?
Oproepen zijn anoniem, je weet dus nooit wie er precies achter zit. Neem daarom ruim de tijd om je donor te kiezen. Het is verstandig om de eerste keer elkaar in een publieke omgeving te ontmoeten. Leer elkaar heel goed kennen, ook elkaars familie en vrienden. Ga niet over één nacht ijs. Daarnaast moet je goed nadenken over eventuele geslachtsziekten. Bij B-donoren (via klinieken) is dit allemaal getest. Vraag de donor om een soa-test te doen en te zorgen dat hij in de periode dat je/jullie van hem insemineren te zorgen dat hij er geen op kan lopen. Ook dan moet je toch vertrouwen op de donor; het vervalsen van uitslagen is niet ingewikkeld en je kunt het zelf nergens checken.

Vragen die je aan een donor kunt stellen:

  • Wat is je beweegreden om donor te willen zijn?
  • Wil je je laten testen op SOA’s en ook ieder half jaar?
  • Komen er erfelijke ziektes in je familie voor?
  • Het je al eerder aan wensmoeders/stellen gedoneerd?
  • Aan hoeveel wensmoeders/stellen ben je van plan te gaan doneren?
  • Ben je bereid voor een eventueel tweede of derde kind te doneren?
  • Hoe zie jij zelf het eventuele contact tussen jezelf en het kind?
  • Waar woon je? Waar kan gedoneerd worden? Denk er hierbij aan dat zaad ongeveer binnen een uur ingebracht moet worden. Wanneer je er niet voor kiest om het zaad in te laten vriezen maar vers in te brengen, dan zal je dus of dicht bij elkaar moeten wonen of een plek moeten hebben waar gedoneerd en geïnsemineerd kan worden.
  • Heb je een partner en hoe staat die er tegenover?
  • Ben je bereid om je zaad op fertiliteit te laten testen?
  • Wil je een donorcontract tekenen? Wat zou daar volgens jou in moeten staan? Zeker wanneer je kiest voor een donor met contact met het kind is het belangrijk om over de inhoud goed na te denken en hier lang over door te praten. Teken het contract voor je gaat insemineren! En doe dit bij een gespecialiseerde familierecht advocaat of notaris.

Kijk vooral op de website van het Landelijk Informatiepunt Donorconceptie op www.donorconceptie.nl

Donorconceptie
Schuiven naar boven